In hoeverre draagt de mens bij aan de klimaatverandering?
De klimaatverandering in de afgelopen vijftig jaar is voornamelijk veroorzaakt door de mens.
Klimaatverandering is de verandering van het gemiddeld weertype of klimaat over een bepaalde periode. Het klimaat beïnvloedt het ecologisch evenwicht, de economische ontwikkeling, de voedselzekerheid en de maatschappelijke rust. Klimaatverandering wordt veroorzaakt door zowel natuurlijke als menselijke invloeden. Vooral de menselijke invloeden vormen een belangrijke oorzaak.
De temperatuurstijging van afgelopen jaren
Tot aan 1950 veroorzaakten voornamelijk natuurlijke invloeden de verandering van het klimaat, ondanks dat vanaf de industriële revolutie de invloed van de mens al behoorlijk groot was. Vanaf 1965 kon men de stijging van de wereldgemiddelde temperatuur alleen verklaren, door hierin de menselijke invloeden in mee te rekenen. Toch was er in de periode 1940 tot 1965, er wel een afname van de wereldgemiddelde temperatuur. Dit kwam door afname van zonneactiviteit en toename van vulkaanuitbarstingen. Vanaf 1965 is niet als in de jaren daarvoor, een toename van de zonneactiviteit waargenomen, terwijl de wereldgemiddelde temperatuur wel steeg. De zonneactiviteit speelt hier dus geen rol, aangezien er een afname plaats vond met telijkertijd een toename van temperatuur. De wereldgemiddelde temperatuur is in de twintigste eeuw toegenomen met 0,6 graden. Zo'n opwarming in zo'n hoog tempo heeft zich waarschijnlijk de afgelopen duizend jaar niet voorgedaan.
Ontbossing van de mens
Door ontbossing snijdt het mes ten nadele van de natuur aan twee kanten. Men kapt bomen, waardoor CO2 vrijkomt. Daarnaast vermindert de mens de capaciteit van de aarde om CO2 af te breken, want dit is wat de bomen doen. Hierdoor is er een toename van CO2 in de atmosfeer.
Verbranding van fossiele brandstoffen
De concentratie CO2 in de atmosfeer stijgt de laatste eeuw voornamelijk door de verbranding van fossiele brandstoffen. Elk jaar stijgt stijgt het CO2- gehalte met 3% ten opzichte van de natuur door verbranding van fossiele brandstoffen. Het huidig klimaat is gebaseerd op evenwicht en elk jaar een stijging van 3% brengt het klimaat uit evenwicht. Hierbij telt op, dat CO2 lang in de atmosfeer blijft, zo'n 50 tot 200 jaar. Dit maakt de verbranding van fossiele brandstoffen door de mens een belangrijke oorzaak van de klimaatverandering in de afgelopen vijftig jaar.
"CO2-toename in atmosfeer zou komen door stijging van temperatuur in zeewater"
Mensen zeggen dat de CO2 toename in de
atmosfeer komt door de stijging van de temperatuur van het zeewater. Bij hoge
temperatuur van het zeewater neemt de oplosbaarheid van CO2 in het water af en
is men de mening toegedaan dat het zeewater ontgast. CO2 zorgt voor zuurheid
van water, bij ontgassing zou het zeewater dus minder zuur moeten worden. Dit
is echter niet het geval. Als er sprake was van ontgassing van zeewater dan zou ook het zuurstofgehalte in de atmosfeer hoger moeten liggen omdat ook zuurstof bij hogere watertemperaturen minder oplosbaar is. Echter het zuurstofgehalte in de atmosfeer neemt af. Die afname klopt wel met de verhouding van de CO2 toename in relatie tot de verbranding van fossiele brandstoffen. Dus het argument dat de stijging van CO2 in de
atmosfeer niet door de mens komt, maar door ontgassing uit zeewater, is niet
juist.
De mens heeft de afgelopen jaren dus veel bijgedragen aan de klimaatverandering van de afgelopen vijftig jaar. Door de mens is het evenwicht in de natuur verstoord en zijn er processen in gang gezet die de klimaatverandering in de laatste vijftig jaar voornamelijk hebben beïnvloed.