"De schoolvakanties moeten niet veel langer worden"
Leerlingen van de middelbare school hebben op dit moment
twaalf weken aan schoolvakantie. In een schooljaar gaan de leerlingen zo’n tien
maanden naar school, wat neerkomt op 40 weken school. Als men dit omrekent,
betekent dit dat een leerling 23,1% van de tijd doorbrengt in vakantieperiode.
Dit is meer dan genoeg.
Ten eerste onderbreekt de vakantie het leerproces van de
leerlingen. Leerlingen vergeten al gauw de leerstof na een vakantie, omdat ze
zich alleen nog de vakantie kunnen herinneren. Heeft het dan überhaupt nog wel
zin om naar school te gaan, als leerlingen door de lange vakanties de geleerde
stof toch weer kwijtraken?
Bovendien moeten leerlingen ook sneller en meer leren in
kortere tijd als we de schoolvakanties langer zouden maken, omdat de leerlingen
minder tijd hebben op school. Er staat een hogere druk op de leerlingen en dit
zal het leerproces dus niet bepaald bevorderen.
Wat ook belangrijk is: leerlingen moeten niet te veel wennen
aan veel vakantie, omdat ze later op de arbeidsmarkt veel minder vakantieweken
zullen hebben. Wanneer ze beginnen met werken, zullen ze slechts enkele vrije
dagen hebben tijdens feestdagen en drie weken bouwvakvakantie. Na de studietijd
kan dit aankomen als een klap en de ze kunnen eerder overwerkt raken, omdat ze
het niet meer gewend zijn om minder vakantie te hebben.
Officieel staat er dat leerlingen 40 weken school hebben,
maar in werkelijkheid is dit aanzienlijk toch minder. Denk maar eens aan de
jaarlijkse feestdagen die buiten vakanties vallen zoals hemelvaart. En dan
hebben we het nog niet eens over het paasweekend en pinksterweekend gehad.
Bovendien heeft een leerling afgezien van de vakanties, ook nog recht op
verlofdagen. Als we dit allemaal bij elkaar optellen, dan kunnen we concluderen
dat leerlingen nu al meer dan twaalf weken vrij hebben. Het is dus onnodig om
schoolvakanties nog langer te maken.